U-26 (1936)

Duitse duikboot

De Duitse duikboot U-26 was een van de twee Type IA oceaangaande U-boten geproduceerd door de Kriegsmarine van Nazi-Duitsland. De U-26 was gebouwd in Bremen en afgeleverd in mei 1936. Ze was een kort maar succesvol leven geschoren, met maar liefst elf gezonken schepen op haar naam.

Tot 1940 werd de U-26 vooral gebruikt als een trainingsschip en voor propagandadoeleinden. Tijdens proefvaarten bleek al snel dat het Type IA duikboot moeilijk handelbaar was door haar slechte stabiliteit en langzame duiksnelheid.

Toen er begin 1940 een tekort aan beschikbare duikboten was werd de U-26 in gevechtsdienst genomen. In totaal heeft U-26 zes oorlogspatrouilles gevaren, waarin ze elf schepen tot zinken kon brengen en één zwaar kon beschadigen. Tijdens haar eerste patrouille bracht ze drie koopvaardijschepen tot zinken en kon een Brits oorlogsschip beschadigen door het leggen van mijnen. In haar tweede patrouille werd ze de eerste U-Boot tijdens de Tweede Wereldoorlog die de Middellandse Zee bereikte. U-26 nam nog deel aan drie andere succesvolle patrouilles waarin ze nog vier koopvaardijschepen kon doen zinken.

Bouwgeschiedenis

De kiel van de U-26 werd gelegd door DeSchiMAG AG Weser in Bremen op 1 augustus 1935 en kreeg werfnummer 904. Ze werd te water gelaten op 14 maart 1936 en in dienst genomen op 6 mei datzelfde jaar onder Kapitänleutnant Werner Hartmann.

Operationële geschiedenis

U-26 heeft zes patrouilles uitgevoerd tussen augustus 1939 en juli 1940. Hierbij heeft ze twaalf schepen laten zinken of beschadigd.

Eerste patrouille

U-26 behoord initieel tot de groep van Duitse duikboten die in de Atlantische Oceaan zouden worden ingezet voor de invasie van Polen. De U-26 had bevelen van het Oberkommando der Marine (OKM) om een mijnenveld te plaatsen voor Portland Harbour. Ze vertrok naar zee met een lading mijnen en zes torpedo's onder het bevel van Klaus Ewerth. De eerste twee pogingen om mijnen te leggen mislukten omwille van antiduikboot patrouilles. Vier dagen later vond Ewerth wel een goede positie om zijn hele lading mijnen te leggen. Hierna ontsnapte hij naar dieper water om zijn bemanning te laten rusten en de torpedo's te laden.[1]

Terwijl de U-26 westwaarts voer, werd ze opgejaagd door Britse anti-duikbootschepen waardoor ze diep moest duiken en niet kon communiceren. Eerder had de Britse Admiraliteit het zinken van een mijnenleggende U-boot bevestigd, waardoor Dönitz vreesde dat de U-26 was gezonken in ondiep water met het kostbare Enigma toestel aan boord. Ook vreesde hij dat het toestel in handen van de Britten kon komen. Daarom liet hij alle Enigma instellingen wijzigen en werden mijnenleggende U-boten er niet meer met uitgerust.[2]

De U-26 kon echter wel veilig ontsnappen naar de Atlantische Oceaan vanwaar ze veilig haar succes kon rapporteren aan Dönitz.

In totaal werden door de mijnen van de U-26 in haar eerste missie drie vrachtschepen gezonken (een Grieks, een Belgisch en een Nederlands), in totaal 17.414 ton. Ook kon ze het korvet HMS Kittiwake zwaar beschadigen.[3]

Noodlot

De U-26 werd getroffen ten zuidwesten van Ierland door dieptebommen van de Britse Flower-class corvette HMS Gladiolus en de Australische Sunderland flying boat van het No. 10 Squadron RAAF. De bemanning (48 man) hebben het allemaal overleefd. zes bemanningsleden zijn echter wel omgekomen toen een Heinkel He 111 zijn overblijvende bommen per ongeluk dropte op POW Camp 5 in Duff House, Banff, Schotland.

Fictie

De U-boot in de film Raiders of the Lost Ark heeft het nummer U-26. Echter is de replica in de film wel van het type VIIC. Dit komt omdat de replica eigenlijk van de U-96 was, geleend van de makers van Das Boot. Beide films werden gefilmd in de U-boot bunkers in La Rochelle rond dezelfde periode.

Samenvatting van de aanvallen

DatumNaamNationaliteitTonnage

(GRT)

Noodlot[4]
15 september 1939Alex van OpstalBelgië5,965Gezonken (Mijn)
7 oktober 1939BinnendijkNederland6,873Gezonken (Mijn)
13 november 1939LoireFrankrijk4,825Gezonken (Mijn)
22 november 1939Elena R.Griekenland4,576Gezonken (Mijn)
12 februari 1940NidarholmNoorwegen3,482Gezonken
14 februari 1940LangleefordVerenigd Koninkrijk4,622Gezonken
15 februari 1940SteinstadNoorwegen2,477Gezonken
21 april 1940CedarbankVerenigd Koninkrijk5,159Gezonken
26 juni 1940Frangoula B. GoulandrisGriekenland6,701Gezonken
30 juni 1940BelmoiraNoorwegen3,214Gezonken
30 juni 1940MerkurEstland1,291Gezonken
1 juli 1940ZarianVerenigd Koninkrijk4,871Gezonken

Referenties

Bibliografie

  • Blair, Clay. Hitler's U-Boat War: The Hunters, 1939-1942. ISBN 0394588398.
  • Busch, Rainer; Röll, Hans-Joachim (1999). German U-boat commanders of World War II : a biographical dictionary. Translated by Brooks, Geoffrey. London, Annapolis, Md: Greenhill Books, Naval Institute Press. ISBN 1-55750-186-6.
  • Busch, Rainer; Röll, Hans-Joachim (1999). Deutsche U-Boot-Verluste von September 1939 bis Mai 1945 [German U-boat losses from September 1939 to May 1945]. Der U-Boot-Krieg (in German). IV. Hamburg, Berlin, Bonn: Mittler. ISBN 3-8132-0514-2.
  • Gröner, Erich; Jung, Dieter; Maass, Martin (1991). U-boats and Mine Warfare Vessels. German Warships 1815–1945. 2. Translated by Thomas, Keith; Magowan, Rachel. London: Conway Maritime Press. ISBN 0-85177-593-4.
  • Williamson, Gordon (2005). Wolf Pack: The Story of the U-Boat in World War II. Osprey