De Taborberg is een 588 meter hoge berg in het noorden van Israël, in Laag-Galilea aan de rand van de Vlakte van Jizreël. Langs de berg liggen de voornamelijk islamitische plaatsen Iksal, Daboriya en Shibli-Umn al-Ghanem. Op de berg staan christelijke kloosters en kerken. De berg is bebost door het Joods Nationaal Fonds.
De Taborberg werd in de 19e en 20e eeuw bijna volledig ontbost, om hout voor de mijnbouw. In de jaren 1960 en 1970 werd er begonnen met herbebossing door het Joods Nationaal Fonds. De berg is deels begroeid met naaldbos, deel met garrigue (grassen en lage struiken).
Sinds 1991 is Tabor een natuurreservaat en een nationaal park.[1]
In de zesde eeuw stonden er drie christelijke kerken op de berg. Door de associatie met de gedaanteverandering van Jezus was Tabor een bedevaartsoord. In 1911 werd het Grieks-orthodoxe Sint-Eliasklooster gebouwd op de berg. Er is ook een rooms-katholiekfranciscaner klooster met een in 1924 voltooide basiliek.[1]
Op dit verhaal grepen mystieke zoekers terug, vooral in de Oosters-orthodoxe kerken. Zij menen dat het zogenoemde Licht van Tabor dat de apostelen zagen, Gods glorie is en dat dit Licht ook nu nog gezien kan worden door ascese en hesychasme (zie Navelstaren).