Epistolae (Brieven) van Spinoza

Brieven van en aan Benedictus de Spinoza

De Epistolae (Brieven) van Spinoza zijn de briefwisseling tussen de Nederlandse filosoof Benedictus de Spinoza (1633-1677), verschillende bekende geleerden en Spinoza's bewonderaars. Er zijn 88 brieven over meestal filosofische onderwerpen overgeleverd: 50 van Spinoza en 38 van zijn correspondenten, 52 in het Latijn en 26 in het Nederlands.

Brief 27 (nummering van Gebhardt) van Benedictus de Spinoza aan Willem van Blijenbergh, geschreven in Voorburg op 3 juni 1665. In het Nederlands.
Deel van een brief van Spinoza aan Henry Oldenburg over een proef met de mechanica van Descartes, Brief 6 (in beide nummeringen), eind 1661. In het Latijn.

Spinoza's volgelingen in Amsterdam gaven de Epistolae na diens overlijden uit in de Opera Posthuma (Nederlandse vertaling: De nagelate schriften, 1677)[1] Op het titelblad van het hele werk staat als auteur "B.d.S" met Hamburg in plaats van Amsterdam om vervolging te voorkomen. De brieven gaan over onderwerpen uit de werken van Spinoza (bijvoorbeeld oneindigheid en attributen (eigenschappen) van "God", Spinoza's aanduiding voor het heelal) maar ook over bijvoorbeeld geestverschijningen en wetenschappelijke ontdekkingen als het vacuüm.

Spinoza bewaarde de ontvangen brieven en de kladversies van zijn verstuurde brieven. Het project Spinozas Web meldde in 2017 dat er nog zeker 36 brieven van Spinoza zijn gevonden.[2]

Citaat over vriendschap

Wat is er mooier dan vriendschap met liefhebbers van de waarheid? Die kunnen we vertrouwen.

Want voor my van al die dingen, die buyten myn maght syn, geen grooter aght als de eer te moogen hebben, van met luyde, die de waarhyt opreghtlyk beminnen, in verbont van vrientschap te treede, om dat ik geloof, dat wy niets ter werelt, dat buyten onse maght is, gerustigh konnen beminnen, dan sodanige menschen...

— Benedictus de Spinoza, Brief aan Willem van Blijenbergh, 5 januari 1665, Op de lange bogart, Schiedam

Correspondenten

Onder meer[3] de volgenden, met de jaren van hun briefwisseling:

Een Dordtse graanhandelaar, regent en schrijver (1632–1696), die met Spinoza correspondeerde over de vrije wil en na Spinoza's dood boeken uitbracht tegen diens Tractatus theologico-politicus en Ethica. Het gaat om WvB aan Spinoza (Gebhardt brief 18: 12-12-1664, 20: 16-01-1665, 22: 19-02-1665, 24: 27-03-1665) en Spinoza aan WvB (Gebhardt brief nummer 19: 05-01-1665, 21, 23: 13-03-1665, 27: 03-06-1665).
  • Albert Burgh (franciscaan), 1675
De franciscaan Albert Burgh (1650-1708) schreef Spinoza vanuit Rome om zijn rationalistische dwalingen en ongeloof in Christus te bestrijden. Spinoza's antwoord is beroemd: het is belachelijk dat de Rooms-Katholieke Kerk de mensen die door de duivel misleid worden tot in de eeuwigheid verdoemt, terwijl de duivel zelf ongestraft blijft.
In 1676 kwam Leibniz bij Spinoza op bezoek en ze bespraken onder meer de zielsverhuizing bij Pythagoras.[5]
Petrus Serrarius (Pieter Serrurier) bracht Oldenburg, secretaris van de Royal Society in Londen, met Spinoza in contact en diende als koerier.
Spinoza begon een correspondentie met de Duitse natuur- en wiskundige Ehrenfried Walther von Tschirnhaus, die in Leiden gestudeerd had. Volgens Jonathan Israel werd Spinoza in zijn laatste jaren vooral gestimuleerd door de discussies met von Tschirnhaus over onder meer de vrije wil, de motivatie van de mens en Descartes' wetten van de beweging. Von Tschirnhaus kwam bij Spinoza op bezoek en kreeg via Spinoza contact met Henry Oldenburg, de secretaris van de Royal Society in Londen.[bron?]
De Utrechtse arts Lambert van Velthuysen (1622-1685) had kritiek op het godsbeeld van Spinoza. Hij beschuldigde Spinoza van blinde overgave aan het noodlot: fatalisme.[6] De God die Spinoza schetste, had geen goddelijke wil en daardoor was volgens Van Velthuysen God niet meer de maatstaf voor 'goed' en 'kwaad'. Moraal en deugdzaamheid kwamen zo in gevaar, wat tot onzekerheid leidde. Ook werd zo de waarde van de Bijbel aangetast. Want als God geen moreel oordeel gaf, dan was de Bijbel weinig meer dan retoriek. Spinoza was niet onder de indruk en stuurde Van Velthuysen een gepeperde brief.[7]
Desondanks hielden Spinoza en Van Velthuysen contact: vanaf 1673 bezochten ze elkaar regelmatig en hielpen elkaar bij het uitgeven van teksten. Beiden kozen dezelfde kant van Descartes in zijn conflict met de Utrechtse theoloog Voetius.[8]
  • Simon Joosten de Vries, 1663

Tabel

Als datum wordt de dagtekening van de brief vermeld, met eventuele correctie van de Oude/Nieuwe Stijl (tijdrekening). Een greep uit de brieven:[9][10][11][12][13]

Nummer[9][11]Gebhardt
nummer[14]
Van
Afzender
Aan
Geadresseerde
Plaats
Afzender
DagMaandJaarOnderwerpTaal
01 I[9]01 IOldenburg, HenrySpinoza, Benedictus deLonden16/26081661God, uitgebreidheidLatijn
02 II[9]02 IISpinozaOldenburg091661Attributen (eigenschappen) van God, Ethica deel 1 axioma's, stelling 1-4, fouten van Descartes en Francis Bacon (1561-1626)Latijn
03 III[9]03 IIIOldenburgSpinozaLonden27091661Bestaan van God, Ethica deel 1 axioma's, belooft boek van Robert Boyle te sturenLatijn
04 IV[9]04 IVSpinozaOldenburg101661Kort antwoord op vragen, gaat naar AmsterdamLatijn
05 V[12]05 VOldenburgSpinozaLonden11/21101661Stuurt het boek van Robert Boyle: De Nitro, Fluiditate, & Firmitate en ??Latijn
06 VI[12]06 VISpinozaOldenburg1661?Dank voor en commentaar op het boek van Robert Boyle De Nitro, Fluiditate, & Firmitate, met tekeningen.Latijn
07 VII[12]07 VIIOldenburgSpinozaBoyle bedankt Spinoza via Oldenburg voor het commentaar. B. had geen tijd om zelf te antwoorden en moest zich verdedigen tegen aanvallen op zijn boeken over druk en uitzetting van gassen. De Royal Society is opgericht. Oldenburg roept Spinoza op om te publiceren in zijn vrije Republiek (der zeven provinciën).Latijn
08 VIII[9]11 XIOldenburgSpinozaLonden03041663Antwoord op brief 6?Latijn
15 XV[9]32 XXXIISpinozaOldenburg111665Samenhang van de natuur, Christiaan HuygensLatijn
- [10]-Balling, PieterSpinoza26061664
61 LXI17[10] XVIISpinozaBalling, Pieter20071664
26 XXVI[9]08 VIIIVries, Simon Joosten deSpinozaAmsterdam24021664Bespreekt met een groep Spinoza's werk.[15] Stelt twee vragen over de natuur in de Ethica en de mening van anderen. Noemt Casearius, Borelli, Tacquet en Clavius. Vraagt naar Ethica deel 1 stelling 8 opmerking 3 en stelling 19 opmerking 2Latijn
27 XXVII[9]09 IXSpinozaVries, de1663Onderscheidt verschillende soorten definities en verduidelijkt zijn mening.Latijn
28 XXVIII[9]10 XSpinozaVries, deRijnsburg1663?Antwoord over bewijzen en eeuwigheid.Latijn
29 XXIX[9]12 XIISpinozaMeijer, Lodewijk20041663OneindigheidLatijn
31 XXXI18 XVIIIBlijenbergh, Willem vanSpinozaDordrecht12121664"Mijn Heer en onbekende Vrient..."Nederlands
32 XXXII19 XIXSpinozaBlijenbergh"Op de Lange bogart"05011665Nederlands
33 XXXIII20 XXBlijenberghSpinozaDordrecht16011665"Mijn Heer en waarde Vrient"Nederlands
34 XXXIV21 XXISpinozaBlijenbergh---1665Latijn (geen Nederlands?)
35 XXXV22 XXIIBlijenberghSpinozaDordrecht by de groote kerck19021665Nederlands
36 XXXVI23 XXIIISpinozaBlijenberghVoorburg13031665Nederlands
37 XXXVII24 XXIVBlijenberghSpinozaDordrecht27031665Nederlands
38 XXXVIII27 XXVIISpinozaBlijenberghVoorburg03061665Nederlands
39 XXXIX[9]34 XXXIVSpinozaHudde, JohannesVoorburg07011666GodLatijn
40 XL[9]35 XXXVSpinozaHuddeVoorburg10041666GodLatijn
41 XLI[9]36 XXXVISpinozaHudde?051666GodLatijn
42 XLII[9]37 XXXVIISpinozaBouwmeester?, I. B.10061666De beste methode om kennis te verwerven. (?)Latijn
50 L[9]50 LSpinozaJelles, Jarig?02061674Verschil tussen Thomas Hobbes en Spinoza over politiek en God.Latijn
51 LI45 XLVLeibnizSpinozaFrankfurt05 styl101671Latijn
52 LII46 XLVISpinozaLeibnizDen Haag09111671Latijn
61 LXI[9]57 LVIITschirnhaus?Spinoza08101674Verschil tussen Descartes en Spinoza over de vrije wil.Latijn
62 LXII[9]58 LVIIISpinozaSchuller?101674VrijheidLatijn
63 LXIII[9]59 LIXTschirnhausSpinoza05011675Roept Spinoza op om boeken over Verbetering van het verstand en Ethica uit te brengen, de definitie van beweging en het verschil tussen ware en adequate ideeën. (commentaar: Tractatus de Intellectus Emendatione?)Latijn
64 LXIV[9]60 LXSpinozaTschirnhaus?011675Verschil tussen ware en adequate ideeën, alleen uiterlijk (?). Kort over andere zaken.Latijn
65 LXV[9]63 LXIIISchuller?Spinoza25071675Stelt vier vragen over de attributen (eigenschappen) van God.Latijn
66 LXVI[9]64 LXIVSpinozaSchuller?29071675Antwoordt over de eerste drie geprezen boeken van de Ethica, die in handen van een vriend moeten komen. (?)Latijn
67 LXVII[9]65 LXVTschirnhaus?Spinoza12081675Vraagt of er twee of meer attributen (eigenschappen) van God bestaan. [commentaar: behalve uitgebreidheid (massa) en denken?]Latijn
68 LXVIII[9]66 LXVISpinozaTschirnhaus?18081675Verwijst naar Ethica deel 1 stelling 10 en Ethica deel 2 stelling 7 Scholium [Opmerking].Latijn
69 LXIX[9]80 LXXXTschirnhaus?Spinoza02051676Vraagt hoe de brieven over het oneindige (Brief 29) begrepen moet worden.Latijn
70 LXX[9]81 LXXXISpinozaTschirnhaus?05051676Legt zijn standpunt over de oneindigheid uit.Latijn
71 LXXI[9]82 LXXXIITschirnhaus?Spinoza23061676Vraagt hoe volgens Spinoza de verscheidenheid van de dingen a priori uit de uitgebreidheid afgeleid kan worden.Latijn
72 LXXII[9]83 LXXXIISpinozaTschirnhaus?15071676Spinoza legt dit uit.Latijn
geen nummer84 LXXXIVSpinozaEen vriend?----Over Spinoza's Tractatus politicusLatijn