Energieprestatiecertificaat

Het energieprestatiecertificaat (EPC) is in België en in verscheidene andere landen een document dat aangeeft wat het geschatte energieverbruik van een woning of appartement is. In Vlaanderen is het vereist bij verhuur of verkoop van een woning of appartement.[1] Het certificaat wordt opgemaakt door een erkend en gecertifieerd energiedeskundige zodat de kandidaat koper of huurder een idee krijgt van het energieverbruik.

Regelgeving in België

De Belgische overheid verplicht de aanwezigheid van een energieprestatiecertificaat bij het verhuren of verkopen van een woning of appartement. De gewesten hebben dit echter zelf mogen organiseren. In Vlaanderen werd zo in 2008 het EPC ingevoerd en in Wallonië is dit het CPE (Certificat de performance énergétique). Het Vlaamse EPC-attest is 10 jaar geldig.[1] Voor nieuwbouwwoningen of -appartementen die verkocht of verhuurd worden moet er geen EPC worden opgemaakt. Voor nieuwbouw moet een EPB-certificaat worden opgemaakt door een EPB-verslaggever. Dit doet daarna ook dienst als EPC.

Opmaak en Inhoud

Het Vlaamse EPC wordt opgemaakt door een energiedeskundige type A.[1] De prijs van het laten opmaken van een EPC is afhankelijk van het type woning of appartement. Een energieprestatiecertificaat bestaat uit ongeveer 5-10 pagina's en bevat onder meer:

  • EPC-waarde: kengetal in kWh/m² dat het energieverbruik in kWh/jaar per m² vloeroppervlak van de woning of appartement weer geeft
  • Energiebesparende adviezen
  • Enkele administratieve gegevens

Sinds 2023 is er ook het EPC Niet Residentieel (EPC NR). Dit dient opgemaakt te worden voor alle niet residentiële gebouweenheden. Dit zijn alle gebouweenheden behalve woongebouwen, industriegebouwen en landbouwgebouwen. Het EPC NR wordt opgemaakt door een energiedeskundige type D en bevat twee onderdelen: de energiescore en het energielabel. Verschillend van het EPC voor wooneenheden is dat het label weergeeft wat het aandeel hernieuwbare energie is van de totale energiebehoefte van de gebouweenheid.

Kritiek

Na het invoeren van energieprestatiecertificaten kwam er in Vlaanderen vrij snel veel kritiek op de manier waarop de EPCs werden opgemaakt. De kwaliteit van de EPCs zou niet goed genoeg zijn en hierdoor werd het doel van de EPCs, kandidaat kopers of huurder beter informeren, niet gerealiseerd. Om deze praktijken in te dijken werd besloten dat het VEA (Vlaams Energieagentschap) meer controles moest uitvoeren om de kwaliteit van de EPC op te krikken. Verder werd er beslist dat de energiedeskundigen die de EPCs opmaken, dienen te slagen in een centraal georganiseerd examen.

Ook voor openbare gebouwen is een EPC-certificaat een wettelijke vereiste. Er worden echter al sinds 2015 geen controles meer uitgevoerd op de energiezuinigheid van publieke gebouwen.[2]

Zie ook