Conservering van schilderijen

Met de conservering van schilderijen wordt getracht om deze in een goede staat te behouden. De veroudering van schilderijen is onvermijdelijk, maar kan worden vertraagd door de omgevingsfactoren, zoals de temperatuur en de luchtvochtigheid, binnen bepaalde grenzen te houden. Beschadiging van schilderijen, bijvoorbeeld door onoordeelkundige ingrepen, kan wel worden voorkomen.

Bekende oorzaken

Er zijn vele bekende oorzaken van veroudering of schade.

Soort invloedOorzaakGevolgVoorbeeld
fysische invloedenTe hoge temperatuur, hetzij bij brand, of door een cv, schilderijlampje of kaarsen.directe schroeiplekken
Te veel vocht. Dit kan o.a. voorkomen na een brand, bij verkeerd ingestelde airconditioningapparatuur, lekkage, spatten door schoonmaakwerkzaamheden, door een plantenspuit bij planten in de buurt van het schilderij etc.schilfering waardoor verf kan verdwijnen, oxidatie van metalen delen zoals spijkers in de lijst, opstaande verf, craquelé, schimmel, gevolgen van krimpen en uitzetten van bijvoorbeeld een houten lijst, blauwe waas
Te droge luchtcraquelé
invloed van lichtverkleuring van niet-lichtechte pigmenten, verkleuring van het schildersdoek als dat zichtbaar is in het schilderij
stof, vuil, spatten van allerlei stoffen (wijn, verf, kaarsvet, al het denkbare), rook, nicotine, roet van open haard of kaarsenschimmel, oxidatie door vochtaantrekkende werking van het vuil, zichtbaar vuil of spatten op het schilderij.
temperatuur- of vochtwisselingen, bijvoorbeeld door tochtschade aan het doek door de kleine bewegingen, krimpscheuren van de verf
chemische invloedenzuur uit het hout, bijvoorbeeld vanuit eigenhout of spaanplaat, of door niet houtvrij papier bijvoorbeeld van de passe-partoutaantasting van de verf, het aquarelpapier of het schildersdoek
roesten van bevestigingsmateriaalvlekken roest
spontane verouderingvergeling van de vernislaag, verlies van elasticiteit van de vernislaag, craqulé in de verf of vernis, verzwakking van het doek
chemische verandering van pigmentenHet tegenwoordig niet meer gebruikte loodwit kan transparant worden. Het rode pigment alizarine kan verbleken.
verzeping door een reactie met zware metalen in de pigmenten met vrije vetzuren in de bindmiddelen (olie)[2]Er kunnen bobbels ontstaan in de verfhuid die op storende manier het licht kunnen verstrooien.
onwetendheid, onkunde of fouten van de schilderverkeerde schildertechniek, zoals mager over droog glaceren, geen goed hechtende onderlaag gebruiktcraquelé van de bovenste laag tot de verf zodanig schilfert dat hij eraf valt
gebruik van bitumen (voor de kleur zwart)rimpeling van de verf
gebruik van te veel bindmiddel (olie of ander medium) in verhouding tot de hoeveelheid pigmentrimpeling van de verf
te veel siccatiefontstaan van jeugdcraquelé[3]
onwetendheid, onkunde of fouten van de lijstenmakerslecht inlijstenbarsten van een houten paneel door te strak inlijsten, vuilophoping tussen lijst en doek, schimmels in het vuil
te hoge of te lage spanning in het schildersdoekplooien in de hoeken, eerder optreden van craquelé door veroudering, cupping, vervorming van het verfoppervlak
onwetendheid, onkunde of fouten van anderenplakkers op achterzijde van schilderijverkleuring, aantasting door lijm of zuur
slecht bewaren of transportschademoeten, krassen, vouwen of zelfs scheuren in het doek
verkeerd schoonmaken (bijvoorbeeld met een halve aardappel, broodkruim, stofdoek of andere huismiddeltjes)
onoordeelkundige restauratie
vandalisme (incidenteel in musea) of aanslagen[4]
diefstalschade door uit de lijst snijden, opvouwen of oprollen van het doek
lelijke retouches of eerdere restauratiesoorspronkelijke afbeelding is gewijzigd, lelijke verkleuringen door andere verf etc.
dierenuitwerpselen van insecten, spinnen of vogelsvervuiling
gaten door houtwormgaten in en verzwakking van het spieraam of de lijst, gaten in het doek als de houtworm zich daardoorheen vreet. Schilderijen in de buurt worden op termijn ook aangetast.
vraat door zilvervisjespapier of etiketten worden aangetast, gaan rafelen en zijn niet meer leesbaar
schimmelsverschillende andere factorenzichtbare schimmel, aantasting van het hout of doek. Schilderijen in de buurt kunnen ook worden aangetast

Onbekende oorzaken

Door de vele nieuwe materialen die door moderne of hedendaagse kunstschildersgebruikt worden, ontstaat soms ook schade waarbij de oorzaak nog niet bekend is. Voorbeelden zijn:

  • Druipende verf. Dit trad bijvoorbeeld op in schilderijen van Frank van Hemert, met name bij de verf met kleur "fleischfarbe" 213 van het merk Schmincke treedt dat op.[5] Na 7 jaar begon deze verf te druipen, en na 25 jaar was deze verf nog niet volledig droog. Schmincke werd veroordeeld een grote schadevergoeding aan de kunstenaar te betalen.[6] De kleur verf is in 1995 uit de handel genomen.
  • In 2016 werd bekend dat er problemen waren met het conserveren van veel werken van Karel Appel. Er bleken op een aantal schilderijen hechtingsproblemen op te treden tussen de verf en de ondergrond, waardoor de verf van het doek valt en witte plekken overblijven. Maar ook traden er chemische processen in de schilderijen op, waardoor er verschillende effecten samenhangend met schade en veroudering optreden. Deze effecten treden ook bij andere naoorlogse schilderijen op. Sommige schilderijen gaan tranen en hierbij komt een deelfractie van het oliemedium, die geoxideerd is, door de verfhuid naar buiten. Ook ontstaan vlakken met een curieuze, ribbelige huid, een soort korstvorming, waarbij onder het vel ander materiaal ontstaat en de verf soms gaat druipen. Op andere plaatsen verdwijnt de oorspronkelijke streek van de kwasten, doordat de verflaag zacht wordt en als het ware smelt.[7]
Zie de categorie Restoration of paintings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.