53e Legerkorps (Wehrmacht)

(Doorverwezen vanaf 53e Legerkorps)

Het Duitse 53e Legerkorps (Duits: Generalkommando LIII. Armeekorps) was een Duits legerkorps van de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het korps vocht eerst aan het oostfront en na heroprichting aan het westfront.

53e Legerkorps
53e Legerkorps
Oprichting15 februari 1941
Ontbinding15 april 1945
LandVlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Krijgsmacht-
onderdeel
Heer
Onderdeel vanWehrmacht
TypeLegerkorps
VeldslagenTweede Wereldoorlog
Commandantenzie commandanten

Krijgsgeschiedenis

Oprichting

Het 53e Legerkorps werd op 15 februari 1941 opgericht in Werkreis XVIII (Salzburg) in Zell am See.

Oostfront

Op 31 maart 1941 verplaatste het korps naar Oefenterrein Groß Born en begin mei naar Polen. In juni volgden nog verplaatsingen naar Radom en Lukov. Bij het begin van Operatie Barbarossa in juni 1941 werd het korps eerst als reserve van het 4e Leger gebruikt. Aanvankelijk waren de 45e, 52e en 167e Infanteriedivisies onder bevel. Begin juli 1941 volgde het korps het 46e Gemotoriseerde Korps tijdens de opmars naar de Berezina. Begin augustus 1941 viel het korps bij Bobruisk op 14 augustus het Sovjet bruggenhoofd bij Shlobin en Rogachev op de westoever van de Dnjepr. In september fungeerde het korps als Legergroep-reserve van Heeresgruppe Mitte, met de 52e, 162e en 252e Infanteriedivisies. Tijdens de Operatie Taifun (oktober 1941), weer onder het 2e Leger, rukte het korps met de 56e, 167e en 112e Infanteriedivisies op richting Brjansk. Tegen december 1941 was het korps in de aanval in de oostelijke boog van Toela. Daar werd het korps teruggedrongen door het tegenoffensief van het 61e Sovjet-leger tot achter de Oka naar Belyov. Het was intussen januari. Tijdelijk was ook de verbinding met het noordelijk staande 43e Legerkorps volledig onderbroken door Sovjet-troepen.

Operatie Kutuzov

Van november 1941 tot augustus 1943 stond het korps continu onder bevel van het 2e Pantserleger in het gebied Orel-Brjansk en gedurende deze tijd bevond het korps zich bij Bolchov. Tijdens de Sovjet Orel Operatie (Operation Kutuzov, juli 1943) beschikte het korps over de 208e, 211e en 293e Infanteriedivisies en de 25e Panzergrenadierdivisie. Op 12 juli werd het front van het korps tussen Zhizdra en de Oka uiteengereten door het Sovjetoffensief. Het rechts aansluitende 35e Legerkorps moest zich terugtrekken op de Optucha. Dit deel van de Oka en de gehele Orel-boog moest worden ontruimd. Na de terugtocht kwam het korps onder bevel van het 3e Pantserleger in het Vitebsk-gebied, waar het de troepen overnam van het naar Italië vertrekkende 2e Luftwaffen-Feldkorps. In juni 1944 werd het korps omsingeld rond Vitebsk tijdens de beginfase van de Sovjet Operatie Bagration. Aangezien Vitebsk door Hitler was aangewezen als “Fester Platz”, was terugtrekken niet geoorloofd. Het resultaat was dat de divisies van het korps, de 206e en 246e Infanteriedivisies en de 4e en 6e Luftwaffenfelddivisies, totaal werden vernietigd. Resten van kader en eenheden die door de omsingeling doorgebroken waren, werden gebruikt om de 12e SS Legerkorps op te zetten. Het korps had eenvoudigweg opgehouden te bestaan op 27 juni 1944.

Westfront - heropgericht

Omsingeling van de Ruhrkessel

Het korps werd op 11 november 1944 opnieuw opgericht nabij Danzig in Wehrkreis XX onder gebruikmaking van Korps von Rothkirch (voorheen "Befehlshaber des Rückwärtigen Heeresgebietes Mitte") samen met delen van de korpstroepen van het 54e Legerkorps. Het korps werd vanaf december 1944 aan het Westfront ingezet, bij het 7e Leger rond Bitburg. Bij het begin van het Ardennen-offensief op 16 december, had het korps, gelegen aan de zuidflank van het 7e Leger, eigenlijk geen troepen onder zich (behalve een strafbataljon en een machinegeweerbataljon). Op 22 december echter, kreeg het korps de belangrijke taak de uiterste westflank over te nemen van het 85e Legerkorps ten zuiden van Bastenaken. Begin maart had het korps onder bevel de 176e Infanteriedivisie en de restanten van de 326e en 340e Volksgrenadierdivisies. Vanaf april 1945 opereerde het korps bij de Armee-Abteilung von Lüttwitz in de Ruhrkessel.
De laatste commandant, luitenant-generaal Fritz Bayerlein, capituleerde op 15 april in Menden in het Sauerland met de overblijfselen van zijn korps tegenover Amerikaanse troepen.

Bovenliggende bevelslagen

LegerLegergroepPlaats/regioBeginEind
stellv. Gen.Kdo. XIII. AKOostenrijk15 februari 194115 maart 1941
2. ArmeeHeeresgruppe COostenrijk15 maart 19411 april
11. ArmeeHeeresgruppe C, OKHGroß Born, Polen15 maart 194113 mei 1941
4. ArmeeHeeresgruppe CPolen13 mei 19413 juni 1941
2. ArmeeHeeresgruppe MittePolen, Slovakije, Vilnius3 juni 194127 augustus 1941
4. ArmeeHeeresgruppe MittePolen, Slovakije, Vilnius27 augustus 194126 september 1941
2. ArmeeHeeresgruppe MitteBobruisk, Brjansk26 september 194119 oktober 1941
2. PanzerarmeeHeeresgruppe MitteToela, Bolchov, Orel19 oktober 194113 augustus 1943
9. ArmeeHeeresgruppe MitteBrjansk, Orel13 augustus 194320 augustus 1943
direct onder bevelHeeresgruppe Mitte20 augustus 19431 oktober 1943
3. PanzerarmeeHeeresgruppe MitteVitebsk1 oktober 194327 juni 1944
7. ArmeeHeeresgruppe BPolendecember 1944begin maart 1945
15. ArmeeHeeresgruppe BPolenbegin maart 19458 april 1945
Armee-Abteilung von LüttwitzRuhrkesselPolen10 april 194515 april 1945

Commandanten[1]

General Gollwitzer tijdens zijn overgave na de slag om Vitebsk
RangNaamBeginEindOpmerking
General der InfanterieKarl Weisenberger15 februari 194130 november 1941
General der InfanterieWalther Fischer von Weikersthal1 december 194115 januari 1942
General der InfanterieErich-Heinrich Clößner15 januari 194211 april 1943
OnbekendOnbekend11 april 194322 juni 1943
General der InfanterieFriedrich Gollwitzer22 juni 194328 juni 1944
28 juni 1944Vernietigd aan het Oostfront
November 1944Opnieuw opgebouwd
General der KavallerieEdwin von Rothkirch und Trach11 november 19446 maart 1945
GeneralleutnantWalter Botsch6 maart 194524 maart 1945
GeneralleutnantFritz Bayerlein24 maart 194517 april 1945
April 1945Vernietigd in de Ruhrkessel